het TheaterFestival

Magazine

wo 23.10.24

het TheaterFestival Magazine 2024

Tien dagen lang bracht de TheaterFestivalRedactie verslag uit van de ins en outs van het festival. Lees hun columns, essays,  interviews en meer in de online versie van het magazine.

Door TheaterFestivalRedactie

Bij de opening van de Staat van het Theater, de aftrap van het Nederlandse TheaterFestival, bestormden tientallen technici, theatermakers en andere cultuurwerkers het podium. Ze behoren tot de groep die vanaf 2025 hun landelijke subsidie verliest, na een korte of lange structurele ondersteuning door het Nederlandse Fonds Podiumkunsten. De tekst die Lisa Verbelen (van theatercollectief BOG.) declameert, pleit voor een duurzaam systeem – een systeem waarin ruimte is voor voortdurende kennisoverdracht en empathisch experiment, en waarvan de financiering en levensvatbaarheid niet wordt bepaald door een voortdurende cyclus van opbouwen en afbreken.

Waar deze urgente interventie haar blik richt op de interne mechaniek van de Nederlandse sector, bedden de State of the Union en State of the Youth van het Vlaamse TheaterFestival zich expliciet in sectoroverstijgende verwikkelingen. In haar toespraak verwoordt Iman Aoun van het Palestijnse Ashtar Theatre hoe surreëel het is om een genocide openlijk te zien plaatsvinden zonder dat er een helende reactie volgt. ‘Solidarity is a long-term strategy,’ schrijft Aoun in haar State of the Union, een uitspraak die wordt aangehaald door Loucky van Eijkelenburg in haar reflectie op de surreële openingsceremonie van het TheaterFestival. Ze verwijst daarbij ook naar de State of the Youth van Loucka Fiaghan, een toespraak doordrenkt met muzikaliteit, wanhoop en een onverzettelijke inzet voor meerstemmigheid.

In gesprekken rond de States, in de foyer, en tijdens treinritten naar huis, klinkt eenzelfde ongemak door: dringt deze kennis werkelijk door buiten de grenzen van wat we als ‘onze’ sector beschouwen? De leden van de TheaterFestivalRedactie gaven allemaal aan bruggen te willen slaan tussen de inzichten en het debat op het podium en de wereld buiten de zaal. Zoals Alexander Vantournhout zegt in een interview met Ella Meeusen en Isabella Gaffara: ‘Within the cultural field, there’s a significant amount of knowledge production and reflection, but much of it tends to stay confined within the field itself’. Vanuit dat perspectief kan ook de tekst van Ella Meeusen en Mayte Martin Diaz worden gelezen: als een bijdrage aan een crossectoraal gesprek over neurodiversiteit en onze relaties tot ‘objecten’, en wat zij mogelijk maken. Zij voerden een diepgaand gesprek met de makers van de ‘relaxed performance’ Permit oh permit my soul to rebel, en schreven een meanderende en scherpe reflectie.

Niet alleen ‘relaxed performances’ werpen door hun verzet tegen conventies licht op de obstakels die het veld nog altijd doorkruisen, ook een initiatief als de WijkJury prikkelt de bestaande normen. Lore Meesters sprak hierover met leden van een WijkJury, WijkBuddy’s en Lauren Borremans, de WijkBuddy-coördinator. In deze gesprekken werd duidelijk hoe de WijkJury de selectie verrijkt met nieuwe perspectieven, en dat dit ook wederzijds geldt voor de vakjury. Deze verrijking, in plaats van strikte scheidslijnen, is ook waar Simon Verlinden voor pleit in zijn verslag over het Vlaams-Nederlandse bezoekersprogramma LageLandenLiefde. Zou Wallonië niet ook betrokken moeten worden bij zo’n ‘grensoverschrijdend’ overleg? Luik ligt dichter bij Vlaanderen dan Amsterdam, maar de gemiddelde theaterbezoeker in Vlaanderen is minder bekend met de Luikse podia dan met de Amsterdamse. Abeltje Besters liet zien hoe uitwisseling ook de vorm van een brief kan aannemen, zoals die zij via dit magazine richt aan kunstenaarscollectief Lucinda Ra.

Emily De Meulemeester ging naar ZUSJE! kijken en merkte hoe de geënsceneerde gruwel bleef nazinderen terwijl ze op weg naar huis ‘echte’ gruwel tegenkwam. In haar column reflecteert ze op de rekbaarheid van empathie en fictie. Het viel de redactie op hoe vaak netelige – soms erg gewelddadige – gezinssituaties op het podium werden gebracht. Van de ‘mommy issues’ in Elektra Unbound, zoals Ella Meeusen in haar column analyseert, queer familievorming en het bijhorende institutionele geweld in Who’s afraid of Oscar Wilde, de systemische verwaarlozing van jeugdzorg en ouderloze kinderen in SERDI tot de gruwel van genocide en ontworteling, waarnaar maker Marah Haj Hussein in haar interview met Isabella Gaffara en Ella Meeusen verwijst. 

Zoals Hannah Lyssens, de coördinator van de audio-redactie, in haar voorwoord schrijft: speelsheid was zowel sfeer als werkwijze in het redactielokaal. Maar vergis je niet – speelsheid staat hier niet gelijk aan luchtigheid. Er werden ook scherpe en kwetsbare gesprekken gevoerd over theater, de wereld, en hoe die twee onlosmakelijk (moeten / mogen / kunnen / willen) verbonden zijn. Het was een eer om zo dicht bij het creatieproces te staan van een groep getalenteerde, gevoelige, grappige, kritische, erudiete en altijd empathische schrijvende theaterkijkers. Met trots wens ik u dan ook veel leesplezier.

Mijn dank gaat uit naar alle partners van het TheaterFestival, het voltallige team van het TheaterFestival (en in het bijzonder Mirthe, Jill en Milan voor de koffie, thee en koekjes), alle vrijwilligers, alle poetshulpen en technici, en de conciërge die deuren én dagen met een glimlach opende. Dank aan alle makers en al wie het mogelijk maakt dat ze kunnen maken, dank aan iedereen die de tijd nam om de vragen van de redactieleden te beantwoorden en dank aan de redactieleden voor de tijd die ze hebben gestoken in het nauwgezet reflecteren op het festival. Ons redactielokaal bruiste van amor mundi en een onvoorwaardelijke liefde voor de podiumkunsten – een liefde die teder, nieuwsgierig maar ook nietsontziend, ambitieus en zelfkritisch is. 

Zachte groeten,

Sixtine Bérard, Coördinator schrijfredactie